“Dromen kunnen zo groot worden dat ze
barsten”, bedenk ik bij mezelf als ik over een regenachtig kiezelstrand in
Normandië loop, het kind wat vroeger zichzelf niet mocht zijn loopt dan in een
keer weer voor mijn voeten en op het moment dat ik datzelfde kind herken laat
ik mijn tranen de vrije loop, ik ben het namelijk zelf.
Stap voor stap begin ik meer en meer voorover
gebogen te lopen en keer terug naar wat ik ooit was en deed als ik bij de zee
was, schelpen en stenen verzamelen, ondertussen luisteren naar de wind, mijn
eigen wereld, ver van alles weg waar niemand mij nog raken kon, hoe veilig mag
een kind zich voelen?
Later in de avond als ik bij mijn tijdelijke
verblijf ben aangekomen en het weer droog is maak ik een vuurtje en eet
zwijgend mijn maal, ik heb de afgelopen dagen weinig mensen gesproken en naar
mijn eigen stilte geluisterd, met deze missie ben ik immers op vakantie gegaan
en nu juist in deze eerste dagen kom ik mezelf als kleine jongen tegen, ’t is
eigenlijk maar een eenzaam verhaal en ik moet zeggen dat het niet het meest
leuke onderwerp is om het over te hebben.
Ik lees mezelf tussen de regels van het boek
wat ik heb meegenomen en begrijp steeds beter hoe ik mijn wereld in stand houd en waarom ik goed ben ik wat ik doe, namelijk lezen, luisteren en kijken naar hoe andere
mensen in elkaar zitten en zichzelf een nieuwe plek willen geven in deze Wereld, het is iets
wat ik als kind nodig heb gehad, ik weet niet hoe ik het anders uit moet
leggen.
Ooit wilde ik alleen nog maar dromen, de
realiteit was immers te hard en werkelijk aan alles wat ik deed of zei
mankeerde wel iets, ik was te nadrukkelijk aanwezig, vroeg teveel aandacht,
presteerde niet goed genoeg op school en was een lui en vervelend kind die zijn
moeder tot de rand van overspannenheid bracht, tenminste, dat is wat mijn vader
mij wilde doen geloven.
En mettertijd begon ik geloven dat het ook
echt zo was, andere kinderen waren beter, beter in sport, gehoorzaamden beter,
presteerden beter op school en ik werd boos, steeds bozer op de hele Wereld en
ook op mezelf, ik was geen kind waar van gehouden kon worden en het liefst was
ik dood geweest, weg van alles wat zo moeilijk was en niet haalbaar, ik was nog
zo jong en begreep er helemaal niets van, waarom konden anderen wel hebben wat
er voor mij niet was?
Als jongetje van 16 mocht ik het huis
verlaten, mijn vader was het zat, ik was een onhandelbaar kind en moest het
zelf maar uit gaan zoeken, werd gefoerageerd met een blik ham en een blik soep
en met deze achter in mijn rugzakje heb ik vanonder de bomen nog een paar uur
naar binnen staan kijken in mijn ouderlijk huis, het leven ging er gewoon door,
net alsof er niets gebeurd was, alsof ik er nooit had bij gehoord.
In huizen kijken naar gezinnen die met elkaar
zaten te eten terwijl het licht gezellig brandde, de huiselijkheid die ik zelf
moest missen en eigenlijk nooit meer ergens heb kunnen vinden, steeds meer los
en steeds meer ontwricht, ik maakte keuzes waarvan ik niet kon vermoeden dat ze
de rest van mijn leven zo zouden gaan beïnvloeden.
Later sloeg mijn boosheid om in onverschilligheid,
ik had besloten dat boos zijn teveel aandacht trok en onverschilligheid, nou,
daarin kon men mij echt niet meer raken, tenminste, ik heb lang gedacht dat het
werkte om zo door de wereld heen te bewegen.
Van mezelf houden was de moeite niet waard en van niets wat ik deed was de daad groot en mooi genoeg, altijd maar het gevoel
om niet gezien te worden, altijd maar dat gezoek naar bevestiging in een
ander en wat deed het er eigenlijk toe, talenten genoeg, dat dan weer wel maar
er was in mijn ogen toch niemand die het zag.
Aan lager wal, drugs en nog meer drugs, drank
en nog meer drank en niets kon mij zo verdoven dat ik niet de haat naar mijzelf
en mijn ouders hoefde te voelen, op een gegeven moment ging het eigenlijk nergens
meer over en was ook dat een eigen leven gaan leiden, ik bond me niet meer aan
mensen en ging geen enkele verhouding meer aan, zoals het kind ooit ergens werd
beschadigd koos ik er nu maar voor om het zelf te doen, het bespaarde een ander
de moeite en voor mij was het bekend, hoe gek kan een mens worden en hoeveel
tolerantie heeft een brein voor het daadwerkelijk knettergek wordt?
In de jaren die volgden heb ik eigenlijk
altijd alleen maar puin geruimd van mijn daden, haalde mijn schouders op en
dacht dat het zo hoorde, dit was mijn leven en zo was het beschikt, ik heb erg
lang gedacht dat het zo moest.
Pas vanaf een jaar of 10, 12 geleden ben ik het om
gaan keren en heb ik geleerd dat ik er wel degelijk mag zijn, van een ander kan houden en dat er ook van
mij gehouden kan worden, om tot dit inzicht te kunnen komen heb ik wel de dood
in de ogen moeten kijken en daadwerkelijk alles kwijt moeten raken wat ik om me
heen had.
Mijn vrouw en kinderen, mijn familie, mijn
vrienden en op mijn kop door de emmer stront van mezelf heen gemoeten, alle
eigenwijsheid, hoogmoed en zelfmedelijden, mijn eigen wil om te denken dat ik
toch zou kunnen gebruiken, mijn machteloosheid ten opzichte van alles wat
verslavend zou kunnen werken en als laatste maar zeker niet de onbelangrijkste,
mijn onvermogen om echt een relatie aan te kunnen gaan waarin ik de ander dan
ook de vrijheid kan geven om zichzelf te zijn, of ik ooit nog iemand tegen ga
komen waarmee ik dit samen aan kan kijken, ik moet u hierop het antwoord
schuldig blijven maar hoop doet wel leven.
Er is liefde voor nodig en heel veel geduld en
begrip en zolang ik met mezelf ben kan ik het leven momenteel best goed aan,
uiteindelijk zal ik altijd aan mijzelf moeten blijven werken, daar ontkom ik
niet meer aan, het is als een bootje of een trein waarin je ingestapt bent en er tot aan de laatste halte niet meer uit kunt, zoiets maar dan weer anders hè.
Ik heb er mijn werk van gemaakt om andere
mensen in hun herstelproces te begeleiden voor zover ik kan en in mijn macht
ligt, ik zie denk ik als geen ander hoeveel begrip en inzicht er nodig is om
goed te kijken naar hoe iets beweegt binnen mensen, het is immers mijn manier
geweest om de wereld zo te begrijpen en te ordenen, ieder stapje op de weg naar
herstel is er eentje.
Het gezicht wat van ernstig gefronst weer kan
lachen om zichzelf als het weer zover is dat de valkuil er weer is en men er
weer ingestonken is, de fouten die men zichzelf leert te vergeven en het kind in
zichzelf wat men uiteindelijk zal gaan leren begrijpen.
Dus dromen kunnen zo groot worden dat ze
barsten en er iets nieuws tevoorschijn kan gaan komen, en ik vergeef mezelf dat
ik ooit zo boos was op mezelf, ik vergeef mezelf de onverschilligheid waarmee
ik de ander teniet heb gedaan en kan tegenwoordig iedere dag opnieuw zeggen dat
de dag die voor me ligt er een is die geleefd mag worden, ja, ik vergeef mezelf.
Voor diegenen die mijn pad kruisen ben ik niet
echt niet altijd een open boek, te leren heb ik nog steeds, ook ik ben
menselijk en vlieg nog weleens uit de bocht maar in wezen ben ik best aardig
hoor, ik doe zogezegd mijn best, niet altijd, maar meestal wel.
Herfst, in Normandië lieten de eerste tekenen
zich alweer zien en aangekomen in Nederland is ze weer volop aanwezig, 12 dagen
in mijn uppie op vakantie, zoveel mooie inzichten weer opgedaan en het wordt
tijd dat ik weer bladeren op hopen uit
elkaar ga schoppen en mijn hoofd in de wind steek.
Als het een beetje meezit zit ik over een paar
maandjes bij mijn eigen houtkachel naar een sterrenhemel te kijken zonder al
teveel lichtvervuiling, ik houd u op de hoogte, er zijn nog plannen genoeg.
Namastè !!!!