Waar
de hemel in de zee valt en zand versmelt met het stof van de sterren, precies op deze plek woont mijn
vrije geest.
Met
een uitgestrekte hand tekenen mijn vingers een boog in de lucht en mijn
gedachten vullen haar met kleuren.
Een
voetafdruk op het strand langs de waterlijn vult zich langzaam met water en
wordt zo weer een klein stukje zee op zichzelf, het zonnetje weerkaatst zich
op het wateroppervlak, eigenlijk ben ik maar een niets bij dit alles.
De
wolken die voorbij drijven nemen de vorm aan die ik op dat moment voor ogen heb
en na dit een poos te hebben gedaan blijft er slechts één wolkje over die ik
dan in kleuren droom, mijn gedachten zijn een toverballetje.
Hoe
meer de tijd voorbij schrijdt en hoe ouder mijn dagen worden, des te meer
versta ik de kunst om negatieve gevoelens los te laten en om te zetten naar een
positieve gedachten stroom.
Wat
ooit is geweest kabbelt op de achtergrond mee, wat nog moet komen is gebouwd op
een droom en pure fantasie, slechts wat nu is dat telt, veel meer is er eenvoudigweg
niet in mijn wereld.
Ieder
mooi gesprek is een geschenk wat ik met beide handen aangrijp en in de
ontmoeting en dialoog die er dan ontstaat is er een contact wat ik eerder nooit
had met mensen, écht contact, ook al is het er dan maar voor even.
Vaker
dan ooit voel ik me echter een vreemdeling op deze aarde, als ik 100 mensen zou
nemen dan maken er 2 het verschil, een van die twee ben ik, ik ben niet echt
van hier.
Tegenwoordig
groeit dit besef meer en meer en in tegenstelling tot vroeger hoef ik het niet
meer iedereen naar de zin te maken, eerlijk gezegd zal het mij m’n reet roesten
wat een ander van me vind, uiteindelijk moet ik het toch met mezelf doen.
Sommigen
onder u noemen het kunstzinnig en eigenzinnig gedrag, ikzelf noem het voor het
gemak maar een gezonde vorm van egoïsme.
Niet
dat ik geen andere mensen nodig heb hoor, ik vind mensen prachtige wezens maar
bij al dat oordelen over elkaar probeer ik ver weg te blijven, ik heb mijn
handen vaak meer dan vol aan mezelf.
Eigenlijk
heb ik zo gek veel niet nodig om te kunnen existeren, een beetje eten, wat rust
en een dak boven mijn hoofd.
Alles
wat ik daarbovenop krijg is extra en daar ben ik dan dankbaar voor.
Ik
werk alles zelf bij elkaar en maak ook alles wat ik heb zelf, ik bouw mijn
eigen tuinhuis, breng structuur in mijn tuin en leven aan en in principe is
mijn wereld tegenwoordig niet veel groter dan dat al verruimt mijn studie en
mijn stage mijn blikveld wel behoorlijk.
Juist
daardoor filosofeer ik weer wat verder dan mijn bedrand en mijn tuin en staat
mijn deur weer wat verder open voor de wereld.
Zo
dwaal ik dan soms af naar wat abrupt is afgebroken en niet afgemaakt, of het nu
relaties zijn of dingen waaraan ik ooit ben bezig geweest.
Eerlijk
gezegd zijn er wel wat typische gevallen van erg jammer bij te noemen en voor
een groot gedeelte ben ik daar zelf behoorlijk bij in gebreke gebleven, het is
een soort van de som opmaken terwijl ik de uitkomst ervan eigenlijk allang wist
en nog weet.
Vanuit
mijn huidige “nu” kijk ik ernaar om en dan hoop ik soms heel stiekem op een
soort van godswondertje wat de tijd weer een andere kant op zou dwingen.
Dromen,
hoop en verwachting heeft een mens nodig en niets menselijks is mij hierin
vreemd, al beweerde ik tot voor vorig jaar het tegendeel ten stelligste.
Ook
ik krijg nog steeds lessen gepresenteerd en door in en uit te ademen en daarna
de wolken die over drijven in gedachten om te vormen naar mijn eigen beelden
laat ik tijdens dit proces alles in mijzelf zakken en probeer ik ervan te
leren, ik ben dus ik besta.
Het
laatste wolkje wat overdrijft droom ik in een kleurtje en mijn vrije gedachten
zijn een toverballetje.
Namasté