donderdag 3 mei 2012

Van de hemel en de zee






Waar de hemel in de zee valt en zand versmelt met het stof van  de sterren, precies op deze plek woont mijn vrije geest.
Met een uitgestrekte hand tekenen mijn vingers een boog in de lucht en mijn gedachten vullen haar met kleuren.
Een voetafdruk op het strand langs de waterlijn vult zich langzaam met water en wordt zo weer een klein stukje zee op zichzelf, het zonnetje weerkaatst zich op het wateroppervlak, eigenlijk ben ik maar een niets bij dit alles.
De wolken die voorbij drijven nemen de vorm aan die ik op dat moment voor ogen heb en na dit een poos te hebben gedaan blijft er slechts één wolkje over die ik dan in kleuren droom, mijn gedachten zijn een toverballetje.


Hoe meer de tijd voorbij schrijdt en hoe ouder mijn dagen worden, des te meer versta ik de kunst om negatieve gevoelens los te laten en om te zetten naar een positieve gedachten stroom.
Wat ooit is geweest kabbelt op de achtergrond mee, wat nog moet komen is gebouwd op een droom en pure fantasie, slechts wat nu is dat telt, veel meer is er eenvoudigweg niet in mijn wereld.
Ieder mooi gesprek is een geschenk wat ik met beide handen aangrijp en in de ontmoeting en dialoog die er dan ontstaat is er een contact wat ik eerder nooit had met mensen, écht contact, ook al is het er dan maar voor even.


Vaker dan ooit voel ik me echter een vreemdeling op deze aarde, als ik 100 mensen zou nemen dan maken er 2 het verschil, een van die twee ben ik, ik ben niet echt van hier.
Tegenwoordig groeit dit besef meer en meer en in tegenstelling tot vroeger hoef ik het niet meer iedereen naar de zin te maken, eerlijk gezegd zal het mij m’n reet roesten wat een ander van me vind, uiteindelijk moet ik het toch met mezelf doen.
Sommigen onder u noemen het kunstzinnig en eigenzinnig gedrag, ikzelf noem het voor het gemak maar een gezonde vorm van egoïsme.
Niet dat ik geen andere mensen nodig heb hoor, ik vind mensen prachtige wezens maar bij al dat oordelen over elkaar probeer ik ver weg te blijven, ik heb mijn handen vaak meer dan vol aan mezelf.


Eigenlijk heb ik zo gek veel niet nodig om te kunnen existeren, een beetje eten, wat rust en een dak boven mijn hoofd.
Alles wat ik daarbovenop krijg is extra en daar ben ik dan dankbaar voor.
Ik werk alles zelf bij elkaar en maak ook alles wat ik heb zelf, ik bouw mijn eigen tuinhuis, breng structuur in mijn tuin en leven aan en in principe is mijn wereld tegenwoordig niet veel groter dan dat al verruimt mijn studie en mijn stage mijn blikveld wel behoorlijk.
Juist daardoor filosofeer ik weer wat verder dan mijn bedrand en mijn tuin en staat mijn deur weer wat verder open voor de wereld.


Zo dwaal ik dan soms af naar wat abrupt is afgebroken en niet afgemaakt, of het nu relaties zijn of dingen waaraan ik ooit ben bezig geweest.
Eerlijk gezegd zijn er wel wat typische gevallen van erg jammer bij te noemen en voor een groot gedeelte ben ik daar zelf behoorlijk bij in gebreke gebleven, het is een soort van de som opmaken terwijl ik de uitkomst ervan eigenlijk allang wist en nog weet.
Vanuit mijn huidige “nu” kijk ik ernaar om en dan hoop ik soms heel stiekem op een soort van godswondertje wat de tijd weer een andere kant op zou dwingen.
Dromen, hoop en verwachting heeft een mens nodig en niets menselijks is mij hierin vreemd, al beweerde ik tot voor vorig jaar het tegendeel ten stelligste.


Ook ik krijg nog steeds lessen gepresenteerd en door in en uit te ademen en daarna de wolken die over drijven in gedachten om te vormen naar mijn eigen beelden laat ik tijdens dit proces alles in mijzelf zakken en probeer ik ervan te leren, ik ben dus ik besta.
Het laatste wolkje wat overdrijft droom ik in een kleurtje en mijn vrije gedachten zijn een toverballetje.



Namasté