zondag 3 februari 2013

Dropjesboom






Door het gazen gordijn schijnt in de late uurtjes het licht van de maan mijn kamer binnen, het tovert lichtgevende blokjes op mijn dekbed en de wanden.
Een tochtig koude wind laat het gordijn zachtjes heen en weer wiegen en zo dansen de blokjes een vrijmoedig verlichte dans door mijn kamer heen, een spel wat ik kan volgen en waarbij mijn gedachten de vrije loop nemen.
Het huis, de maan en ik besluiten om hier verder met niemand over te spreken, het is maar dat u dat even weet.
Wellicht kan een van u mij de weg naar Hamelen nog even uitduiden want daar zou me werkelijk wat aan gelegen zijn, ik heb er mijn jeugd ooit doorgebracht en sindsdien schijn ik er niet meer terug te kunnen geraken, mijn dank hiervoor zou groot zijn.
Miljoenen gedachten per seconde en niet een die er de overhand neemt, niets moet en alles mag, het huis beweegt niet mee en verder is het stil, de gedachte spreekt met stemmen die al zo gewoon voor me zijn geworden. 
In dit moment is er niemand anders dan ik, een ruimte, en verder zijn er wat vrije losse hersenspinsels, het doet er eigenlijk niet zoveel toe, u mag natuurlijk gerust even met mij meekijken, wees welkom in mijn wereld, er is plaats genoeg.


Wie niet weg is gezien en ik tel tot 10, als ik via de zevende zeven op de zevende sprong ben aangeland en die cijfers dan weer achteruit loop ben ik weer terug in het grote niets, daar was het vandaag eigenlijk sowieso om begonnen en andere dagen ook trouwens.
Ik begon met de gedachte dat ik iets moest, ooit ergens, toen het grote niets nog uit vanalles bestond.
Ik kreeg bagage mee aan het begin van mijn reis die leven heet en in mijn denkbeeldige rugzak werd van alles gepropt waarvan men dacht dat het weleens goed en nuttig voor me zou kunnen zijn.
Vervolgens ben ik zowat mijn halve leven bezig geweest om al het overtollige en niet wenselijke er weer uit te gooien en achter me te laten, een leven lang van loslaten.
Nu schop ik bladeren in de herfst uiteen en laat ik de wind door mijn hoofd heen blazen om al mijn gedachten aan een groot niets toe te voegen, zoals u wellicht zult begrijpen is dat geen sinecure  en volledigheidshalve wil ik er nog even aan toevoegen dat het verder maar weinig om het lijf heeft.
Mijn dagen zijn momenteel gevuld met kleine gebeurtenissen waaraan ik in een soort van tijdelijkheid betekenis ontleen, ik ben aan het leren dat werkelijk niets blijvend is en alles vergankelijk.


Alles wat ik zeg, doe en maak lijkt uniek te zijn en waarschijnlijk is het voor dat moment dan ook wel zo, in een andere waarheid en realiteit is dat misschien wel helemaal niet het geval.
Het is mijn opgebouwde perceptie van dat moment en zo kom ik erop uit dat het moment wat ik ooit beleefde in den beginne uit niets was opgebouwd en nergens op gefundeerd, de menselijke geest is maar een vreemde vertoning, vind u ook niet?
In het ergste geval kom ik er op mijn sterfdag achter dat dit hele  leven in feite een droom is geweest en dat mijn laatste ademtocht een thuiskomen in het waken is, goh, stel je dat nu toch eens voor zeg.
Voor het gemak ga ik er maar eens eventjes vanuit dat zulks dus werkelijkheid is en dat mijn hele leven in feite bestaat uit een glazen pot met gekleurde toverballetjes.
Iedere dag een nieuwe kleur en iedere kleur een nieuwe droom, het enige wat ik dan hoef te doen is de verbinding te maken tussen al die dromen en over een x aantal jaren noem ik dat mijn leven.


Vanavond sluit ik mijn ogen en als ik naar binnen reis dan is de maan altijd vol en schitteren de sterren als nooit tevoren, hier is de rust die ik overdag niet heb en bouw ik kastelen die nooit een mens aanschouwen zal.
Morgen reis ik naar de regenboog, gaat er iemand met me mee?

Namastรจ !!