zondag 2 oktober 2011

Wat je zegt ben je zelf.....


Wat je zegt ben je zelf….




Ik draai me om en trek een lange neus, steek daarna m’n tong uit en spreek de woorden : “pfhuh, gevaarlijk, ……je bent zelf gevaarlijk”, dan zet ik mijn handen uitdagend in mijn zij en kijk brutaal om me heen. 
Ik ben voor niets en niemand bang, zeg ik tegen mezelf en in het voorbijgaan geef ik zachtjes een duwtje: “Tikkie, jij bent hem”, en ik maak dat ik op een veilige afstand kom. Ze druipen af en doen  er voorlopig het zwijgen toe, de afstand bepaalt de stilte die ontstaat: “pfhuh, je bent zelf een gevaarlijkerd”, zeg ik zachtjes in mezelf. 
Een echte triomf kan ik hier niet bij voelen want eigenlijk heb ik me wel héél erg uit de tent laten lokken. 
Later, een half jaar ongeveer, besef ik pas dat ik hier de strijd met strijd heb betaald. Hier in dit stukje van mijn leven had ik anders moeten handelen, ik geef toch immers altijd zo hoog op over het feit dat ik geen strijd meer aanga? 
Door deze stappen en gebeurtenissen weer even in mijn hoofd te herhalen hoop ik hier nog ooit in te kunnen veranderen. 
Nog steeds een stukje dis-balans wat ik graag anders zou willen zien. Vaak hebben kleine oorzaken grote gevolgen, groter dan ik kan overzien op dat moment.

Vandaag was ik moe toen ik wakker werd en ik vond het nodig om daar maar eens over in gesprek te gaan, ik had er last van. 
Nu is ergens hulp bij vragen niet mijn sterkste karaktertrek, maar goed, ik had er dus echt last van en kwam er zelf niet meer uit. 
Soms is het gewoon erg fijn om eens even een klankbord te hebben en door de dialoog die er dan ontstaat er mijn vinger op te kunnen leggen waar het in zit. 
Ik had de gedachte dat het in een stukje zelfvertrouwen en zelfbeeld zat, gerelateerd aan mijn studie en mijn nieuwe baan, een en ander gaat erg ver terug, ik heb mezelf en anderen hier vroeger nogal in teleurgesteld. 
Dit was de meest voor de hand liggende gedachte die als het ware bovenaan door mijn bewustzijn zwierf. 
Door echter wat verder te graven en het te bespreken bleek dat ik het (nog steeds) aan anderen toesta in mijn energie te kruipen. 
Vaak gebeurd dat zonder dat ik er zelf erg in heb en ga ik mezelf ook hiervoor nog leren af te sluiten. 
Het zat hem dus helemáál niet in mijn zelfbeeld, en bij een nadere beschouwing is daar ook helemaal niks mis mee.

“Nu”, is het alweer zaterdag en ik ben lekker uitgerust weer opgestaan, voor het eerst sinds tijden. 
Ik heb zin in deze dag, even naar buiten onder de mensen, een beetje over de markt heen banjeren om wat cultuur en luchtjes op te snuiven en me dan vervolgens weer terug te trekken in mijn “studiehol”. 
Ik ben structuur aan het aanbrengen in mijn chaotische bestaantje ik voel de noodzakelijkheid daartoe. 
De ingeving was om een whiteboard tegen mijn deur aan te schroeven en daar maar eens een fatsoenlijke planning op te gaan zetten voor wat betreft mijn studie, mijn werk en niet te vergeten, mijn schaarse vrije tijd. 
“Het hangt”, in al zijn witheid tegen mijn deur, na een hele dag van twijfel en weerstand om mezelf vast te leggen is de teerling geworpen. 
Twee weken heb ik vooruit gepland en ik heb het zó gedaan dat ik altijd nog de ruimte heb om de dingen naar mijn eigen hand aan te passen, het welbekende achterdeurtje. 
Het voelt goed, het is weliswaar nog geen echte structuur maar ik ben begonnen met ergens een lijn in het geheel aan te brengen, ik heb nu tenminste wat overzicht.

Zo kan ik nu mijn hoofd naar de deur draaien als ik zit te werken en er een lange neus tegen trekken, mijn tong uitsteken en zeggen: “pfhuh, structuur, als ik zin heb om het aan te passen is er toch niemand die het ziet”, wetende dat ik mezelf dan voor de gek houd. Ik blijf het nodig hebben om tegen de gevestigde orde aan te kunnen trappen en dus ook tegen de dingen die ik mezelf dan opleg. 
Gemakshalve verklaar ik dit gedrag dan maar als een stukje gezonde weerstand, ik heb dit nog steeds nodig. J 
Tevreden kijk ik om me heen en zeg zachtjes in mezelf: “Tikkie, jij bent hem en wat je zegt ben je zelf”. 
Met een glimlach kijk ik naar wat voor me ligt, een psychologieboek, vooruit dan maar weer, ik ben weer aan zet.

Tot zover maar weer en een zonnige “nazomerse” groet voor u allen,

Ton