dinsdag 7 februari 2012

"Verbondenheid".





“Vissen moeten vrij zijn”, droom ik vannacht, en met een ruk schiet ik overeind uit m’n slaap, vrije vissen en vogeltjes die niet meer in kooitjes hoeven te zitten is de eerste gedachte die door me heen schiet.
De afgelopen dag  ben ik de hele dag voor school bezig geweest om een zelfbeeld te schetsen, hoe ontzettend “niet” ik aan de norm voldoe die geldend is.
Een bezigheid die het best te omschrijven is als de uitleg waarom wij als mens niet meer deugen, en waarom we geen oplossingen meer kunnen bieden voor de problemen die we uiteindelijk zelf gecreëerd hebben in deze drukke wereld, voor mij draait ze vaak te snel.
Ik stel methodes en behandelwijzen aan de kaak en vertel duidelijk waarom ik me niet wil conformeren aan de norm die instellingen hebben, ik wil graag volgens mijn gevoel en mijn hart kunnen leven, werken en handelen, u zult begrijpen dat zo’n relaas maar moeizaam tot stand komt.
Het slapen gaat erg moeizaam na zo’n dag en mijn dromen zijn maar warrig en gefragmenteerd.



Na warrige dromen kom ik op de meest uiteenlopende onderwerpen terecht, in de stilte van de ochtend zit ik te mijmeren en verdiep ik mezelf even in het volgende, de tijdsgeest zal het me wel ingefluisterd hebben.
Vroeger hadden we de goden nodig omdat we niet wisten hoe de Wereld en de Natuur in elkaar staken, keken we naar de sterren en wisten we nog klein te zijn.
In de tegenwoordige tijd denken we dat we zelf goden zijn geworden en scheppen we onze eigen gemanipuleerde Natuur en onze kunstmatig aangelegde wereld is bizarre vormen aan het aannemen.
Zo slim als we denken te zijn, we hebben niet eens in de gaten dat we de ketenen die ons bepalen zodanig aan het verstoren en verzwakken zijn dat we onze eigen signatuur straks misschien wel volkomen uitgewist hebben, wie zal het zeggen.



We hebben de macht genomen om DNA te manipuleren en weten hoe we een kloon moeten maken zodat we nu naar eigen believen voor God kunnen spelen.
Eerst met planten, daarna de dieren en “men” zegt dat we de mens zelf (nog) niet gekloond hebben, maar wie verschaft mij daar de zekerheid over, er gebeurt wel meer buiten mij om waarvan ik geen weet heb.
De films waar ik vroeger naar zat te kijken en waarvan ze zeiden dat het “science fiction” was, zogenaamde “schijnwetenschap”, daarvan is nu al meer dan de helft in werkelijkheid uitgekomen, misschien was het wel visie met voorkennis.
Gek dat je na wat gedroom zover door kunt redeneren en er dan uiteindelijk geen bal meer van snapt.
Ik concludeer dat mensen maar rare wezens zijn en hangend in deze gedachte besluit ik dat deze wereld definitief te snel draait voor mij, de rest van de dag breng ik in rust door.



’s Avonds pak ik 2 vlijmscherpe mesjes en ik ga bergen snijden die aan de randen van mijn zelfgemaakte kraters staan.
Terwijl ik bezig ben zie ik het geheel ontstaan en droom ondertussen al verder over mijn te schrijven teksten, diepte die ik erin wil brengen en de bergen die ik groen wil maken.
Op de bergtoppen laat ik sneeuw vallen en de ruggen denk ik brons en goudkleurig.
De eenvoud die zit in het op de grond zetten van twee voeten en dan de vrije energie door je lichaam en geest te voelen stromen, alles gaat er vrijelijk in en uit en gelijk zo gaat mijn ademhaling, langzaam word ik één met wat ik aan het maken ben.
Ik vraag u, is er werkelijk iets mooiers dan een stukje van je ziel onder je eigen handen te zien ontstaan?



Als een uurtje of wat later de bel gaat en ik de trap naar beneden  heb genomen laat ik de ijzige kou die er momenteel heerst eventjes naar binnen stromen als ik de voordeur openmaak, in de jongeman die voor me staat staan ogen die mijn evenbeeld gelijken.
Niets voelt werkelijk beter dan om je eigen vlees bloed de warmte en verpozing te kunnen bieden en samen de maaltijd te genieten.
Samenzijn geeft warmte, niet alleen in de ruimte maar ook in mijn hart, we kijken samen film en zwijgen verder.
Woorden spreken is vaak niet nodig, weten dat je er voor elkaar bent als dat nodig is heeft geen enkele vorm van taal nodig, je kijkt elkaar aan en weet dat het is, onzichtbaar en onuitgesproken maar duidelijk voelbaar, de energie van onderlinge verbondenheid.


Uit elkaar gaan voelt niet meer als een afscheid en zachtjes knispert de sneeuw onder zijn voeten als hij weer zijn eigen kant op gaat, ik voel me dankbaar en ben er trots op om hem te kunnen zien gaan, loslaten was vroeger niet echt mijn sterkste kant.
Trots omdat ik alles wat ik ooit verloor weer langzaam terug aan het vinden ben, trots op mijn eigen standvastigheid, en trots omdat ik geleerd heb klein te zijn.
Het is goed om te weten dat het er eigenlijk niet zoveel toe doet wat je waard bent geweest in deze wereld, uiteindelijk is alles gebaseerd op een hele hoop gebakken lucht en is het allemaal zo weer vergeten nadat je voor een laatste maal je ogen sluit.
Volgens mij gaat het erom dat je de kracht van het nu leert te waarderen en in ieder moment jezelf ervan bewust bent dat alles niets is en toch ook weer alles.
Voor mij is het allemaal slechts geleende tijd en levend in dit besef geniet ik steeds meer.



Tot zover maar weer,………..