“Vissen
moeten vrij zijn”, droom ik vannacht, en met een ruk schiet ik overeind uit m’n
slaap, vrije vissen en vogeltjes die niet meer in kooitjes hoeven te zitten is
de eerste gedachte die door me heen schiet.
De
afgelopen dag ben ik de hele dag voor
school bezig geweest om een zelfbeeld te schetsen, hoe ontzettend “niet” ik aan
de norm voldoe die geldend is.
Een
bezigheid die het best te omschrijven is als de uitleg waarom wij als mens niet
meer deugen, en waarom we geen oplossingen meer kunnen bieden voor de problemen
die we uiteindelijk zelf gecreëerd hebben in deze drukke wereld, voor mij draait
ze vaak te snel.
Ik stel
methodes en behandelwijzen aan de kaak en vertel duidelijk waarom ik me niet
wil conformeren aan de norm die instellingen hebben, ik wil graag volgens mijn
gevoel en mijn hart kunnen leven, werken en handelen, u zult begrijpen dat zo’n
relaas maar moeizaam tot stand komt.
Het
slapen gaat erg moeizaam na zo’n dag en mijn dromen zijn maar warrig en
gefragmenteerd.
Na
warrige dromen kom ik op de meest uiteenlopende onderwerpen terecht, in de
stilte van de ochtend zit ik te mijmeren en verdiep ik mezelf even in het
volgende, de tijdsgeest zal het me wel ingefluisterd hebben.
Vroeger
hadden we de goden nodig omdat we niet wisten hoe de Wereld en de Natuur in
elkaar staken, keken we naar de sterren en wisten we nog klein te zijn.
In de
tegenwoordige tijd denken we dat we zelf goden zijn geworden en scheppen we onze
eigen gemanipuleerde Natuur en onze kunstmatig aangelegde wereld is bizarre
vormen aan het aannemen.
Zo slim
als we denken te zijn, we hebben niet eens in de gaten dat we de ketenen die
ons bepalen zodanig aan het verstoren en verzwakken zijn dat we onze eigen
signatuur straks misschien wel volkomen uitgewist hebben, wie zal het zeggen.
We
hebben de macht genomen om DNA te manipuleren en weten hoe we een kloon moeten
maken zodat we nu naar eigen believen voor God kunnen spelen.
Eerst met
planten, daarna de dieren en “men” zegt dat we de mens zelf (nog) niet gekloond
hebben, maar wie verschaft mij daar de zekerheid over, er gebeurt wel meer
buiten mij om waarvan ik geen weet heb.
De films
waar ik vroeger naar zat te kijken en waarvan ze zeiden dat het “science
fiction” was, zogenaamde “schijnwetenschap”, daarvan is nu al meer dan de helft
in werkelijkheid uitgekomen, misschien was het wel visie met voorkennis.
Gek dat
je na wat gedroom zover door kunt redeneren en er dan uiteindelijk geen bal meer
van snapt.
Ik
concludeer dat mensen maar rare wezens zijn en hangend in deze gedachte besluit
ik dat deze wereld definitief te snel draait voor mij, de rest van de dag breng
ik in rust door.
’s
Avonds pak ik 2 vlijmscherpe mesjes en ik ga bergen snijden die aan de randen
van mijn zelfgemaakte kraters staan.
Terwijl
ik bezig ben zie ik het geheel ontstaan en droom ondertussen al verder over mijn
te schrijven teksten, diepte die ik erin wil brengen en de bergen die ik groen
wil maken.
Op de
bergtoppen laat ik sneeuw vallen en de ruggen denk ik brons en goudkleurig.
De
eenvoud die zit in het op de grond zetten van twee voeten en dan de vrije
energie door je lichaam en geest te voelen stromen, alles gaat er vrijelijk in
en uit en gelijk zo gaat mijn ademhaling, langzaam word ik één met wat ik aan
het maken ben.
Ik vraag
u, is er werkelijk iets mooiers dan een stukje van je ziel onder je eigen
handen te zien ontstaan?
Als een
uurtje of wat later de bel gaat en ik de trap naar beneden heb genomen laat ik de ijzige kou die er
momenteel heerst eventjes naar binnen stromen als ik de voordeur openmaak, in
de jongeman die voor me staat staan ogen die mijn evenbeeld gelijken.
Niets
voelt werkelijk beter dan om je eigen vlees bloed de warmte en verpozing te
kunnen bieden en samen de maaltijd te genieten.
Samenzijn
geeft warmte, niet alleen in de ruimte maar ook in mijn hart, we kijken samen
film en zwijgen verder.
Woorden
spreken is vaak niet nodig, weten dat je er voor elkaar bent als dat nodig is
heeft geen enkele vorm van taal nodig, je kijkt elkaar aan en weet dat het is,
onzichtbaar en onuitgesproken maar duidelijk voelbaar, de energie van
onderlinge verbondenheid.
Uit
elkaar gaan voelt niet meer als een afscheid en zachtjes knispert de sneeuw
onder zijn voeten als hij weer zijn eigen kant op gaat, ik voel me dankbaar en ben er
trots op om hem te kunnen zien gaan, loslaten was vroeger niet echt mijn
sterkste kant.
Trots
omdat ik alles wat ik ooit verloor weer langzaam terug aan het vinden ben,
trots op mijn eigen standvastigheid, en trots omdat ik geleerd heb klein te
zijn.
Het is
goed om te weten dat het er eigenlijk niet zoveel toe doet wat je waard bent
geweest in deze wereld, uiteindelijk is alles gebaseerd op een hele hoop
gebakken lucht en is het allemaal zo weer vergeten nadat je voor een laatste
maal je ogen sluit.
Volgens
mij gaat het erom dat je de kracht van het nu leert te waarderen en in ieder
moment jezelf ervan bewust bent dat alles niets is en toch ook weer alles.
Voor mij
is het allemaal slechts geleende tijd en levend in dit besef geniet ik steeds
meer.
Tot
zover maar weer,………..